De kleine koolmees komt in grote aantallen voor in Nederland. Ze eet rupsen, kleine insecten, nootjes en zaden. Daarmee is ze heel belangrijk in het onderhouden van rupsenpopulaties. En dat is geen overbodige luxe. Verstoorde ecosystemen hebben geleid tot plagen van processierupsen en rupsen die gewassen verorberen. Koolmezen zouden die ecosystemen weer in balans kunnen brengen en daarmee besparingen
kunnen opleveren voor bestrijding en landbouwopbrengsten kunnen verhogen. Onderzoek toont aan dat het plaatsen van nestkastjes bij een appelboomgaard, de productie significant kan vergroten. Dit heeft de potentie voor een toename aan economische impact van € 1,4 miljard wereldwijd. Samen met de esthetische waarde heeft de koolmees een aanzienlijke economische impact.
Van de prachtige afhankelijkheid die de natuur heeft gecreëerd tussen bestuivers en planten, is de bij wel het icoon. De bij heeft de bloem nodig om nectar te oogsten. De bloem heeft de bij nodig voor bestuiving. Wat voegt de dierlijke bestuiving aan economische waarde toe? Aan de oppervlakte valt dat wel mee. Wereldwijd bestaat ons dieet voor 90% uit granen, die voor het grootste gedeelte niet worden bestoven door dieren. Als je het zo bekijkt, draagt insectenbestuiving maar voor 1% bij aan ’s wereld voedselproductie.
Maar gelukkig kijken we verder dan dat. Want als we voeding voor de dieren die we eten meenemen en de productie van vetten en olies beschouwen, komen we erachter dat insectenbestuiving toch een essentiële rol
vervult in de voedselproductie. Zo is berekend dat dierlijke bestuivers wereldwijd een toegevoegde waarde hebben tussen de $191 en $310 miljard, goed voor 9,5% van de wereldwijde voedselproductie. Hoewel bijen daar verreweg het grootste aandeel in hebben, is niet exact bekend hoe groot dat aandeel is. Daarom gaan we uit van een indicatieve waarde op basis van de cijfers die er wel zijn. Zo is er onderzoek gedaan naar de toegevoegde waarde van bestuiving in de VS, die neerkomt op $19 miljard per jaar, en het VK, met een waarde van £200 miljoen per jaar. Tel je daarbij de waarde van de organische honingmarkt ($605 miljard) en de markt voor bijenwas ($992 miljoen) wereldwijd, kom je uit op een economische impact van minstens €30 miljard per jaar.