De netbeheerder als ruimtelijke regisseur: democratisch tekort op het stroomnet

De netbeheerder dicteert. Maar niemand heeft hen gekozen.

“Het net kan het niet aan”. Onze omgeving werd jarenlang bepaald door rechtstreeks verkozen politici. Zoals het hoort. Gestuurd door democratisch debat én de wensen van burgers maakten zij keuzes over waar we wonen, hoe we ons naar ons werk verplaatsen en op welke (energie)infrastructuur we kunnen vertrouwen.

Maar vandaag de dag, in het tijdperk van netcongestie, is er een nieuwe regisseur opgestaan: de netbeheerder. Zij bepalen wanneer wij mogen rijden met elektrische auto’s, onze huizen goedkoop en duurzaam mogen verwarmen of dat we moeten betalen om onze eigen opgewekte zonne-energie terug te geven aan het net.

Alsof je een nieuw voetbalstadion neerzet en daarna zegt dat niet alle supporters naar binnen mogen, omdat de nooduitgang te smal is.

Maar de energietransitie is geen technisch vraagstuk: het is een maatschappelijk project. Het weerspiegelt decennia van prioriteiten. Gaande van investeringen in bulkvoorzieningen voor stroom tot verwaarlozing van lokale opwekking en decentrale opslag. En als zulke ingrijpende ruimtelijke keuzes afhangen van de netcapaciteit, moeten we zorgen dat de afwegingen daarachter publiek, transparant, en politiek bespreekbaar zijn.

Wat ooit marginaal was, is nu bepalend. En wat ooit democratisch was, raakt nu uitgesloten van besluitvorming.

Onze omgeving sturen via het energienet vraagt om een evaluatie van bevoegdheden, betere publieke sturing en nieuwe rollen voor burgers en bestuurders. Anders stormen we af op een infrastructuurdictaat dat niemand heeft gekozen maar waar we wel mee moeten leven.