Groen Groeit Mee geeft mens en natuur de ruimte
Het Groen Groeit Mee-pact in de provincie Utrecht zorgt ervoor dat groen meegroeit met andere behoeften, zoals woningbouw, bereikbaarheid, energievoorziening en werkgelegenheid. Maar hoe bekostig je die ambitie? Rebel koppelt bestaande Rijks- en EU-subsidies, zoals Transitie Landelijk Gebied, aan de Groen Groeit Mee-opgave. Rebel Martin van der Does de Bye vertelt.
Dag, Martin, wat is Groen Groeit Mee en hoe is dit initiatief ontstaan?
Martin van der Does de Bye: ‘Groen Groeit Mee is een pact tussen 39 publieke partijen, waaronder de provincie, gemeenten en waterschappen. Deze partijen hebben samen geconstateerd dat de druk op de openbare ruimte in Utrecht nog verder toe zal nemen, gelet op de grote woningbouwopgave en uitdagingen op het gebied van bereikbaarheid, energieopwekking en werkgelegenheid. Tegelijkertijd hebben ze de ambitie om ruimte te maken en te behouden voor natuur en recreatie.
‘De partijen zien groen – en de bereikbaarheid van groen – als een essentieel onderdeel van de groei in het provinciale gebied. Het heeft een positief effect op onze gezondheid, biedt recreatiemogelijkheden en draagt bij aan biodiversiteit. Daarbij is toegankelijk groen nodig om andere natuur te ontzien. Natuur is een schaars goed en in Utrecht is de druk al heel hoog.
‘De redenering is: als er ergens meer huizen worden gebouwd, komen er meer mensen wonen. En dus moet er in hun behoeften worden voorzien – werken, recreëren, een gezonde leefomgeving. Groen hoort mee te groeien met die behoeften.’
Hoe was Rebel bij Groen Groeit Mee betrokken?
‘De provincie heeft mooie ambities op het gebied van wonen, werken, bereikbaarheid, energie en de economie, maar gaat daar vaak niet alleen over of kan dat niet alleen betalen. De provincie gaat echter wel over natuur, recreatie en landelijk gebied. Rebel heeft de provincie geholpen om prioriteiten te stellen met beperkte middelen: waar kun je nu echt invloed hebben op deze thema’s? Groen Groeit Mee is daar een voorbeeld van.
‘Daarnaast was de vraag: hoe moet Groen Groeit Mee worden bekostigd? Het gaat om meer dan een miljard euro tot aan 2040, ook dat kan de provincie niet alleen betalen. Wij hebben uitgezocht wie er nu precies baat bij hebben. Want als een bewoner, bedrijf, een stad of het Rijk baat hebben bij (meer) groen, is het logisch dat ze mee-investeren.
‘De overheid zal haar deel doen, maar we kijken nadrukkelijk ook naar andere partijen die de baten ervaren, denk aan recreatieondernemers en iedereen die geniet van de positieve gezondheidseffecten. Door de baten inzichtelijk te maken, kan er een gesprek over bekostiging worden gevoerd met deze partijen.’
Wat zijn concrete voorbeelden van deze groene baten en de partijen die daar voordeel van hebben?
‘Er zijn directe financiële baten, en indirecte baten. Een horeca-exploitant die aan het water zit en kano’s verhuurt, profiteert direct van meer groen en een betere bereikbaarheid naar dat groen. Als er een nieuw fietspad naar het gebied gaat, komen er meer mensen naartoe en neemt zijn omzet toe. Het hoeft niet altijd om het grote geld te gaan, het kan bijvoorbeeld ook een bijdrage aan de beheerslasten zijn. Gezamenlijke betrokkenheid creëert meer commitment. Meer partijen kunnen, op hun eigen manier, bijdragen aan de realisatie van de natuurdoelstellingen.
‘Andere baten zijn niet direct in geld uit te drukken. Meer groen maakt de lucht schoner, bijvoorbeeld, en nodigt uit tot bewegen. Dat heeft gemiddeld genomen positieve gevolgen voor de gezondheid. Natuur bevordert ook het mentale welzijn en verlaagt op termijn zelfs de kosten van volksgezondheid.’
Welke andere bekostigingsbronnen voor groen zijn er?
‘Rebel kijkt met gemeenten naar wat hun beleidsdoelen zijn, welke middelen daarvoor beschikbaar zijn en hoe ze die kunnen inzetten als deel van de Groen Groeit Mee-opgave. We kunnen die weer koppelen aan de grote subsidiepotten die beschikbaar zijn gesteld voor groen. Dat ook de Europese Unie veel geld voor groen beschikbaar heeft gesteld, weet bijvoorbeeld niet elke gemeente.
‘Eén belangrijke is de Transitie Landelijk Gebied, waarmee het Rijk 24 miljard euro heeft vrijgemaakt voor de stikstofproblematiek. Boeren, bijvoorbeeld, kunnen dat geld gebruiken om hun bedrijf te extensiveren en hun gebied toegankelijker te maken voor bezoekers of wandelaars. Groenblauwe dooradering zorgt voor extra natuurwaarden: meer verbinding, in plaats van een plukje groen hier en een plukje groen daar. Daarmee wordt ook een deel van de Groen Groeit Mee-opgave vervuld.’
‘Wij kijken dus actief naar hoe we een hefboom kunnen zetten op de euro’s die regionaal worden besteed.’
Welke uitdagingen komen er bij de implementatie van het pact kijken?
‘Ten eerste is de vraag: welke afspraken maak je nu eigenlijk om groen mee te laten groeien? De provincie kan bijvoorbeeld met een verordening gemeenten opleggen dat wanneer zij extra woningen gaan bouwen buiten het stedelijk gebied, per woning een bepaalde hoeveelheid groen meegroeit. 2023 is hiervoor een oefenjaar: met een handreiking krijgen gemeenten richtlijnen om met de verordening het werk te gaan. Maar dan zijn we er nog niet: kleinere gemeenten zullen zeker hulp nodig hebben om dit in de praktijk te brengen.
‘Hoe de handreiking in de praktijk werkt, moet nog worden uitgezocht en ervaren. Hoewel er principeafspraken zijn, zal het in de praktijk uitmaken op welke locatie je aan de slag gaat. In de ene gemeente is al veel bosgebied en dus behoefte aan toegankelijkheid en voorzieningen, in het andere gebied is de waterkwaliteit slecht en kan verbetering van boerensloten en beken worden gecombineerd met wettelijke eisen.’
Wat brengt de toekomst op dit gebied?
‘In de toekomst zijn groen, blauw (water) en recreatie een volwaardig onderdeel van gebiedsontwikkeling. Ontwikkeling draait dan naast woning- en wegenbouw ook om het behoud van een goede leefomgeving. Het is belangrijk dat partijen zich bewust worden van het belang van groen, en mee-investeren zodra er wordt gesleuteld aan de woningbouwvoorraad en bereikbaarheid. Het overgrote deel van de burgers en bedrijven waardeert groen. Dat moet worden ingezet om tot groene investeringen te komen.’