Hoe Rebel steden helpt goederenvervoer veiliger, duurzamer en efficiënter te maken
infrastructuurStadslogistiek gaat nog te vaak gepaard met drukte, vervuiling en verkeersonveilige situaties. Laura Tavernier en Marie Desrousseaux van het Ports & Logistics team helpen stadsbesturen maatregelen te nemen op basis van data en gesprekken met stakeholders. ‘Het creëren van draagvlak is cruciaal.’
Laura en Marie, jullie houden je bij het Ports & Logistics team bezig met stedelijke logistiek. Kunnen jullie jezelf kort voorstellen?
Laura Tavernier: ‘Ik ben verkeerskundig ingenieur en ik werk aan strategische vraagstukken op het vlak van personenmobiliteit en goederenvervoer. Daarbij kijk ik vooral naar de kansen en uitdagingen van stadslogistiek. Ik heb verschillende steden en regio’s, waaronder Amsterdam, Antwerpen, Gent en de Vlaamse overheid, begeleid bij de opmaak van strategische beleidsplannen met betrekking tot goederenvervoer. Eerder werkte ik voor de stad Antwerpen, onder meer als projectleider stedelijke logistiek.’
Marie Desrousseaux: ‘Ik richt mij bij Rebel op het verduurzamen van vrachtstromen, met bijzondere aandacht voor het faciliteren van elektrisch vrachtvervoer. Dat doe ik in samenwerking met spelers uit de sector en relevante beleidsmakers en bestuurders. Na mijn master Bestuurskunde en Publiek Management werkte ik onder meer bij belangenvereniging Febetra en de Bond Beter Leefmilieu.’
Wat doet Rebel precies op het gebied van stedelijke logistiek?
LT: ‘Wij ondersteunen lokale en regionale overheden bij het nemen van strategische beslissingen op het vlak van goederenvervoer. Steeds meer steden willen maatregelen nemen tegen de impact van vracht- en bestelwagens, zoals drukte, vervuiling en overlast.’
‘Daarbij staan de 3 V’s centraal: Vermijden, Verschuiven en Verschonen. Eigenlijk is er nog een vierde V, die van Verbinden. Als het om stedelijke logistiek gaat, is het creëren van draagvlak cruciaal om tot een oplossing te komen die een win-win is voor alle betrokken partijen.
‘Wij maken roadmaps voor steden, of berekenen concrete businesscases. Wat is bijvoorbeeld de kost van goederenvervoer over water in plaats van over de weg? Of van de transitie naar elektrisch vervoer? Het liefst werken wij aan stadslogistiek projecten waarin alle V’s aan bod komen, en we de opdrachtgever kunnen helpen de moeilijke puzzel van een duurzamer, veiliger stadsvervoer te leggen.’
MD: ‘We onderzoeken niet alleen hoe we de nadelen kunnen beperken, maar ook naar de mogelijke baten voor omwonenden en de logistieke dienstverleners.’
De stad Antwerpen en de Vlaamse overheid en sector behoren tot jullie opdrachtgevers. Wat zijn voorbeelden van de projecten die Rebel heeft gedaan?
LT: ‘De stad Antwerpen ondersteunen we al bijna tien jaar bij het vormgeven van hun logistiek beleid, met de nadruk op stakeholdermanagement en strategisch advies. Daarbij organiseren we brainstormsessies met logistieke dienstverleners, bijvoorbeeld rond laden en lossen. De stad krijgt vaak klachten binnen van zowel bewoners als transporteurs, die naar eigen zeggen nergens plek hebben. Dan gaan wij op zoek naar oplossingen. Zo hebben we samen met supermarktketens een vrachtrouteplanner opgesteld, die vrachtwagens de veiligste route door de stad wijst, maar ook rekening houdt met scholen in de buurt en voetgangers.’
‘Voor de Vlaamse overheid hebben we onderzoek gedaan naar de invoering van zeroemissiezones voor logistiek. Daarvoor hebben we een tool ontwikkeld die inzicht geeft in de belangrijkste bestemmingen, het aantal voertuigen, de uitstoot en de verschillen tussen soorten logistiek, van de belevering van winkels tot het ophalen van afval. Met de tool, DCPL, kunnen steden als het ware een logistieke foto maken en zo beter inzicht krijgen in goederenstromen.
‘De tool kan beleidsmakers helpen om beslissingen te nemen op basis van data en minder op buikgevoel. Voor de gemeente Amsterdam onderzochten we welke maatregelen goederenstromen efficiënter kunnen maken, in de Griekse stad Karditsa onderzochten we de mogelijkheden voor cargofietslogistiek en in Gent bekeken we vervoer van de weg naar het water kan verschuiven.’
Wat waren hierin de grootste uitdagingen?
MD: ‘Er zijn twee grote uitdagingen. Ten eerste kampen we met een gebrek aan data. Veel stakeholders hebben een gevoel over logistiek en leefbaarheid in de stad, maar kunnen dit niet altijd onderbouwen. De DCPL-tool biedt een oplossing, omdat we daarmee stromen in kaart kunnen brengen en beleidsmaatregelen kunnen doorrekenen.
‘Daarnaast vormen de verschillen tussen de verwachtingen en doelen van stakeholders een uitdaging. Inwoners willen vervoerders het liefst uit de straat weren, en de transporteurs willen gewoon zo snel mogelijk laden en lossen. Ondertussen willen steden groener en duurzamer worden. Wij kunnen al die verschillende partijen goed om tafel krijgen om echt te luisteren en zo de common ground te vinden. Zo kunnen we een idee of strategie uitwerken tot een overeenkomst.’
Welke veranderingen hebben deze projecten teweeggebracht? Hoe denken stakeholders nu anders over de stedelijke logistiek van de toekomst?
LT: ‘Lokale besturen beseffen tijdens deze trajecten goed dat de bereidheid van private stakeholders om maatregelen te bespreken heel groot is. Anderzijds merken de dienstverleners dat het mogelijk is om het eens te worden over bepaalde maatregelen voor duurzaam transport. Aan het begin van het traject rond zero-emissiezones, bijvoorbeeld, leek het onmogelijk om tot een akkoord te komen. Aan het eind van het traject bleek invoering mogelijk, met de juiste timing en flankerend beleid.’
MD: ‘Ingrepen van lokale overheden op transport worden snel ervaren als iets negatiefs, maar zo’n vrachtrouteplanner ondersteunt de vervoerders juist. Zij kunnen zich makkelijker en veiliger door de stad begeven. Zo zien zij ook in dat deze maatregelen er niet alleen zijn om de sector te beperken, maar ook die te ontlasten.
LT: ‘Een andere les is dat we niet per se alle data van een stad of alle inzichten nodig hebben, maar dat we met goed gerichte analyses of met onze tool steden al kunnen helpen bij het opmaken van een beleidsplan. Stadslogistiek is heel breed, met verschillende voertuigen en sectoren. Het is moeilijk om op basis van enkel tellingen een besluit te nemen. Je weet niet altijd precies wat er in die ene witte bestelwagen zit. Natuurlijk, kwantitatieve analyses zijn nodig, maar we hebben aangetoond dat je stappen kunt zetten zonder eerst een halfjaar of een jaar dataonderzoek te doen.’
De Europese Unie gaat de 400 grootste steden verplichten om een strategisch plan voor stedelijke logistiek op te stellen. Wat betekent dat concreet voor deze gemeenten?
MD: ‘Het betekent dat deze steden verplicht worden om een SULP op tafel te leggen, een Sustainable Urban Logistics Plan. Dat dwingt de stadsbesturen om in brede zin na te denken over de 4V’s van stadslogistiek, zoals wij samen met de Vlaamse overheid en de stad Antwerpen de afgelopen jaren hebben gedaan. En met de juiste ondersteuning, met behulp van data en door in gesprek te gaan, kunnen besturen hun plannen en doelstelling ook echt waarmaken.’