Key learnings webinar ‘Zero Emissie Stadslogistiek: Kansen en Uitdagingen in Onzekere Tijden’
logistiekOp vrijdag 13 december 2024 bracht Rebel koplopers uit de stadslogistiek uit Nederland en België samen voor een prikkelend gesprek over oplossingen vanuit het perspectief van de ondernemer en de stad.
De opgave is enorm, constateerde Rebel Marc van der Steen tijdens het webinar: ‘Het gaat over de vraag hoe we onze steden zowel in België als in Nederland leefbaar en aantrekkelijk houden en hoe een schonere en slimmere stedelijke logistiek daaraan kan bijdragen.’
De op elkaar gestapelde opgaven van bevolkingsgroei, klimaatverandering en oude infrastructuur hebben ook weer logistieke consequenties. Dat alles maakt dat zero-emissiestadslogistiek (ZES) in het brandpunt van de belangstelling staat.
Tijdens het webinar spraken we met Jeroen Maijers van Gemeente Tilburg, Karel Hoeben van City Hub en Griet Goossens van Embuild Vlaanderen over groene en efficiënte logistieke oplossingen, en over het hoe en wat van deze transitie.
Hier zijn drie van de belangrijkste inzichten uit het webinar:
-
Na het politieke gedoe rond de invoering van zero-emissiezones is het nu zaak om door te zetten
De landelijke politiek in Nederland probeerde te morrelen aan de invoering, maar lokale overheden, ondernemers en brancheorganisaties werken al jaren samen aan de zero-emissiezones voor vracht- en bestelwagens. Vanaf 1 januari 2025 hebben 14 gemeenten zo’n zone. ‘We voelen allemaal het belang om keihard door te zetten, want alle partijen hebben zich gecommitteerd, en de markt heeft ook geïnvesteerd,’ zei Rebel Marc van der Steen, die als strategisch organisatieadviseur publiek-private samenwerkingen op het gebied van logistiek, mobiliteit en energie begeleidt.
Van der Steen: ‘De vraag is: hoe werkt het hele speelveld samen om stedelijke verduurzaming met beleids instrumenten als de ZES mogelijk te maken? Het gaat daarbij om zaken die niet zozeer aan de harde, maar aan de zachte kant zitten.’
Volgens Jeroen Maijers, teammanager Mobiliteit en Gezonde leefomgeving bij de gemeente Tilburg, is niemand eigenlijk tegen schoner vervoer, maar hebben marktpartijen baat bij uniforme, duidelijke regels.
De ervaring met de eerdere invoering van milieuzones bieden volgens Maijers lessen voor de introductie van ZES: ‘Volgens mij is het winstpunt het landelijk loket, en dat we dezelfde regels hanteren, waarbij de administratieve last voor ondernemers zo laag mogelijk is.’ Zijn conclusie: ‘Ik denk dat we ondanks het politieke geharrewar, om het zo maar te zeggen, we met zijn allen toch heel erg blij zijn waar we nu staan.’ En: groeipijnen horen erbij.
Griet Goossens van beroepsorganisatie Embuild Vlaanderen benadrukte dat de Vlaamse bouwsector wil verduurzamen. De sector heeft daarom juist behoefte aan consistent overheidsbeleid en heldere communicatie per doelgroep. ‘Het is voor ons belangrijk (…) dat we als sector weten waar we aan toe zijn.’ Daarbij horen een duidelijk tijdpad en ambities die niet zomaar worden gewijzigd, zei Goossens.
Volgens Karel Hoeben van The City Hub, een logistieke dienstverlener met magazijnruimtes aan de rand van de stad, is het logisch dat ondernemers aarzelen om besluiten te nemen, omdat het beleid lange tijd onduidelijk bleef. ‘Laten we hopen dat dit het was.’
-
Elektrificatie blijft een uitdaging, maar er zijn ook kansen
In aanloop naar ZES hebben veel ondernemers flinke investeringen gedaan in een nieuw, schoner wagenpark. Maar het opladen van een groeiend aantal elektrische voertuigen blijft een issue, erkende Maijers. Het net is immers nu al overvol.
Waar het om laadinfrastructuur gaat, geeft Tilburg het goede voorbeeld. Zo heeft de Tilburgse afvalinzamelaar een laadplein geopend, dat het deelt met bussenvervoerder Arriva. Ook een grote logistieke dienstverlener die onder meer voor Ahold werkt, heeft nu een eigen laadplein. Het is aan de partijen om samen tot creatieve oplossingen te komen, zei Maijers. Ondertussen helpen logistiek makelaars ondernemers te kijken waar zij staan: ‘Hoe lang kunnen vervoerders nog door met dat ene voertuig? Hoe zetten zij hun wagenpark zo goed mogelijk in?’
Ook voor de Vlaamse bouwsector is elektrificatie een uitdaging, door onzekerheid over de netcapaciteit en de duur van het laden, die groter is voor vrachtwagens. Goossens: ‘Het aanbod van elektrische vrachtwagens en elektrische bouwmachines is op dit moment nog heel beperkt. Die voertuigen zijn bovendien nog heel duur.’ De vereiste van een rijbewijs C voor bestuurders van zwaardere elektrische voertuigen vormt daarbij een extra drempel.
Bouwplaatsen moeten verduurzamen. Goossens zag de aandacht voor dit thema, mede door Europese regelgeving, de afgelopen jaren toenemen. Het groeipotentieel is dan ook enorm. Tegelijkertijd zijn duurzame bouwplaatsen nog maar beperkt aanwezig in Vlaanderen. Bovendien is er in de stedelijke omgeving weinig plaats voor de opslag van materialen en afval. Dat maakt een optimale logistiek moeilijk.
Ook voor Hoeben is de laadcapaciteit een beperkende factor. Toch zal dit in de loop der tijd ‘absoluut gaan verbeteren,’ voorspelde hij.
-
Samenwerking is cruciaal, bijvoorbeeld op logistieke hubs aan de rand van de stad
De bouwsector speelt een belangrijke rol in de duurzame transitie. Tegelijkertijd leidt de huidige woningbouwopgave tot een toename van transportbewegingen in steden. Bouwhubs aan de rand van de stad kunnen volgens Goossens van Embuild een uitweg bieden. Bedrijven kunnen hier bouwmaterialen, afvalstoffen en eventuele materialen voor hergebruik efficiënt verzamelen, waardoor het aantal transportbewegingen kan worden beperkt.
Hetzelfde geldt voor logistieke hubs, zoals The City Hub van Karel Hoeben. Vanuit hier kunnen meerdere partijen hun goederen laten leveren en tijdelijk opslaan. The City Hub heeft software ontwikkeld om tot de meest efficiënte vervoersstromen van en naar de stad te komen. ‘Denk aan horeca of winkels in de binnenstad, waar in plaats van drie of vier busjes van verschillende leveranciers, nog maar één stop gemaakt wordt.’ Dat levert niet alleen minder drukte in de stad op, maar bespaart ondernemers ook kosten.
The City Hub mikt op landelijke dekking en breidt nog tot aan 2029 uit in meerdere steden. Het werkt via een coöperatie samen met lokale partijen die zich bezighouden met stadslogistiek. Daarnaast is The City Hub in onder meer Amsterdam in gesprek met Bedrijfsinvesteringszones, waarin ondernemers samenwerken om het winkelgebied te onderhouden en te verbeteren, om de logistiek in kaart te brengen. Het verzamelen van data over de vervoersstromen zal dan ook steeds belangrijker worden.
Voor het vestigen van de hubs blijft de steeds schaarser wordende ruimte een uitdaging. Hoeben: ‘De beschikbaarheid van de juiste plek is een van de remmende factoren op dit moment. In veel gevallen is er bijvoorbeeld geen loading dock aanwezig, of is er niet genoeg stroomcapaciteit.’
Daarnaast moeten projecten als The City Hub op termijn wel renderen. Het maakt de logistieke hubs iets van de lange termijn. In Vlaanderen ligt het voor de hand dat de logistieke hubs op bedrijventerreinen komen, waar bouwbedrijven het beheer op zich nemen. Maar ook hier is ruimte schaars. Bovendien zijn er nog weinig businessmodellen uitgewerkt. Goossens: ‘Bedrijven en de overheid zullen elkaar moeten vinden, om hierover in gesprek te gaan.’
Deze transitie is een kwestie van doorzettingsvermogen en de lange adem voor zowel overheden als ondernemers, concludeerde Rebel Marc van der Steen. Afstemming tussen partijen om logistieke concepten te realiseren, is daarbij cruciaal. ‘Vervanging van het wagenpark alleen is echt niet genoeg, het gaat om de oplossingen waarmee we de logistieke stromen naar de stad kunnen verminderen. Daar werken wij vanuit Rebel in publiek-private samenwerkingen hard aan.’
Over een paar maanden organiseert Rebel een volgende webinar over zero-emissie stadslogistiek, met een nieuw thema.